Geschreven door: Johan Bakker
Als het hier kan, kan het overal
‘We doen het’. Het is november 2015. De start-up EQA-projects en Waterschap Rivierenland besluiten tot de bouw van een slimme stuw gemaakt van plastic soep met een klein waterkrachtrad in een sloot waar nog geen 50 cm hoogteverschil in het water is. Als het hier kan, kan het overal, is de redenering. Alles wat innovatie tot succes maakt is aanwezig: fonkelende oogjes, ambitie, een klik tussen mensen, enthousiasme en lef. Maar tegelijk ook kennis, ervaring en kunde in de waterbouw.
Een klein jaar later ligt de smartstuw bij Ommeren er. In de maanden daarna komen er grotere installaties met waterraden. Andere waterschappen volgen met andere innovatieve toevoegingen. En nog geen twee jaar later is deze waterkracht bij de waterschappen een feit: bewezen techniek en zonder staal en beton goedkoop en ‘in een dag’ te plaatsen. Dit is snel innoveren door gewoon te doen en te durven. En door ‘omdenken’: maak vooral iets anders en goedkoop en sleutel niet alleen aan de hoogste energie-opbrengst.
Waterkracht leek niets
Waterkracht in Nederland heeft geen zin, klinkt het decennia. Je kunt niks met stroming van het water, toch ? Ja we hebben een aantal stuwen in de rivieren, daar is veel hoogteverschil, maar de waterturbines daar zorgen voor visschade. Er wordt gewerkt aan betere turbines.
En we experimenteren met turbines aan de kust en op zee. In de Oosterscheldekering zijn een aantal Tocardo-turbines geplaatst. Ze zijn nog niet betaalbaar. Kortom, het gaat nog niet snel.
Het kleine EQA-projects uit Werkendam gooide het over een andere boeg. Waarom niet het eeuwenoude waterrad weer in ere herstellen maar dan wel in een modern jasje en dus met de nodige patenten voor meer opbrengst, een automatische lift voor het rad als de hoogwater ‘er om vraagt’ en hoge bedrijfszekerheid. En misschien wel het belangrijkste: 100% visveilig. Uiteindelijk gaat het om een betrouwbare en betaalbare installatie en het produceren van betaalbare groene elektriciteit. Na een nominatie voor Waterinnovatieprijs 2016 en hulp van VPDelta gaat de TU Delft adviseren. Studenten gaan experimenteren met een rad in een watergoot. De opbrengst van het waterrad blijkt sterk te verbeteren ! ‘U heeft geen academische of HBO-titel ? Dat kan niet’ reageert een instantie op een niet volledig ingevuld formulier. EQA-projects wint diverse innovatieprijzen wint waaronder de waterinnovatieprijs 2017. En dat zegt wel iets.
EQA-river
EQA-projects zit niet stil. Het netwerk aan mensen in de waterbouw in Werkendam en verre omgeving wordt waar nodig ingeschakeld voor elke verbetering. Zo leidt het enthousiasme om verder te innoveren tot de bouw van de EQA-river, een soort van drijvende catamaran met een watermolen ’tussen de benen’ die met de stroming van de rivier elektriciteit kan opwekken. Voor een groot deel door EQA-projects zelf gefinancierd.
De EQA-river is bijna klaar en gaat eind mei bij Zaltbommel te water. Om te kunnen meten en te optimaliseren. Zie de EQA-river als een boot die voor anker gaat. De EQA-river is rendabel bij een stroming van 2 m/seconde. Bij een lagere stroomsnelheid wordt het rekenen, verbeteren en optimaliseren. En dat kan.
De EQA-rivers kunnen in Nederland op honderden plekken stroom gaan opwekken. Bij kribben, brugpijlers, de Grensmaas, en direct achter de stuwen in de rivieren. Of als een nieuwe vorm van vaarweg-betonning. Maar er zijn veel regels. Maar laten we wel wezen: de energietransitie kan niet zonder vernieuwing en creatief denken. Nou dan biedt dit volop kansen.
Oosterschelde
EQA-projects heeft bij de Topsector Water een plan ingediend om een keten van honderden grote drijvende catamarans met elk een waterrad achter de Oosterscheldekering te verankeren, de EQA-tidals of Scheldemolens. Een nieuw staaltje van Nederlandse waterbouw. Een Armada nieuwe stijl. ‘Inspirerend idee’, klinkt het. En na de zomer gaat de eerste installatie al in 16 weken worden gebouwd, waarschijnlijk via financiering van het Nationaal Groenfonds. Serieproductie kan in principe razendsnel.
Deze drijvende EQA-tidal-keten verdient zich boven een stroomsnelheid van 4 meter per seconde terug in 10 jaar, zonder SDE+. Maar dan moeten ze vlak tegen of zelfs in de Oosterscheldekering komen te liggen. Komen ze op grotere afstand te liggen dan wordt de energieopbrengst lager. Bij 2 meter/seconde stroming is het nog steeds goed betaalbaar. En nog steeds elektriciteit voor tienduizenden huishoudens. Een consortium van bedrijven en kenninsinstellingen wordt gevormd. En misschien is het straks ook op zee mogelijk. Hoeveel EQA-tidals er uiteindelijk kunnen worden toegelaten en waar hangt allemaal (ook) af van ecologie, andere initiatieven, pleziervaart, veiligheid, etc. En als verankering van een sliert van EQA-tidals in de Oosterschelde niet kan, dan doen we het vanaf de kant.
Export
We hebben het nu over Nederland gehad. Maar dat is in feite slechts een ‘demonstratieland’ voor deze vorm van waterkracht.. Want hoeveel stromende rivieren en getijdengebieden zijn er niet wereldwijd ? Er zijn honderdduizenden kilometers rivieren met stroomsnelheden boven de 2 m/s. En rivierwater stroomt vaak 24 uur lang. Hoe groter de stroomsnelheid van het water en de elektriciteitsopbrengst vliegt stijl omhoog. En dit is waterkracht zonder dat er dammen voor hoeven te worden gebouwd. Of beton moet worden gestort. Of gebieden onder water moeten worden gezet. Of de rivierstroom moet worden omgeleid. En dus ecologisch veel beter inpasbaar. En sneller. De EQA’s worden voor 80% gemaakt van plastic soep. Heel circulair. We hebben er een vorm van waterkracht en duurzame energie bij. Of waren we hem even vergeten ?